Eerste plenaire

Wie had dat gedacht? Ik sta weer voor het IJspaleis, dat grote witte gebouw aan het Spui in Den Haag: onderkomen van de gemeente en bibliotheek, de plek waar ik ooit ambtenarenproza schreef.

Het thema van onze eerste plenaire bijeenkomst is ‘zintuigen op scherp’. Als mensen elkaar voor het eerst ontmoeten, dan gaat dat vanzelf. Snuffelen aan elkaar. Handen schudden. Onopvallend beloeren. Een grapje om de zenuwen weg te lachen. Spieken op de presentielijst, welk beroep heeft de buurvrouw? Een laatkomer steekt haar hoofd om de deur, een lichte blos op de wangen van verlegenheid.

Dé, onze docente en sowieso een relaxed type, stelt ons gerust. We gaan snel aan de slag, vandaag nog zonder feedback geven. Om beurten lezen we voor. Als iemand het verhaal wil inleiden, steekt Dé daar een stokje voor: ‘Stá voor wat je hebt geschreven. Leg niet van te voren uit. Verontschuldig je niet. Wijs niet op tekortkomingen. De tekst moet het werk doen.’ Die les knoop ik in mijn oren.

Tien minuten om over een strand uit onze jeugd te schrijven. Even is het stil. Dan hoor ik krassende pennen, schuifelende voeten, een kuchje en het gedempte tingelen van de trams beneden.
’Wil jij voorlezen? Nee, niet op het rijtje af, dan zit je zo op je beurt te wachten.’
Kriskras door de klas. Ik luister naar de stemmen, naar de verhaaltjes, met mijn blik op het plafond om me goed te kunnen concentreren. Het wondertje blijkt geschied. Ik hoor negen sprankelende, intieme verhaaltjes, sfeertekeningetjes.

Daarna kiezen we ieder een ander doosje en mogen met de ogen dicht even door een kiertje snuiven. ‘Welke herinnering roept de geur op: beschrijf.’ Dat is niet moeilijk. Geur en geheugen zijn innig verbonden. De een zit weer in dat restaurant in Indië, een ander schaatst naar een beker warme chocolademelk, een derde is opeens allergisch voor parfum op de dag van zijn pensionering en ik ben het jongetje op visite bij mijn stokoude, overweldigend naar Majazeep riekende tantes.

Na ruim drie uur loop ik het Spuiplein op. De zon verblindt, skateboards knarsen, de vage geur van Chinatown aan de overkant. Ik voel me optimistisch. Ik kijk nog eens om naar het witte gebouw. Toen moest ik mijn fantasie in toom houden, nu mag ik mijn verbeelding alle ruimte geven.

wp_20160917_007

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: