Nog goed herinner ik me dat Hudson’s Bay vol bravoure het voormalige V&D-pand aan de Aalmarkt betrok. Ik vergeleek het met het dierenrijk. De oude mastodont V&D had haar slagtanden verloren en de nieuwe gigant – ik stelde me bij de noordelijk in Canada gelegen Hudson Bay een grote ijsbeer voor – nam onbevreesd haar plek in.
En onversaagd moest die ijsbeer zijn. Online shops en prijsvechters als de Action hadden de Nederlandse wateren al leeggevist. De kans op overleving werd nog kleiner toen de topman vertelde wat hem voor ogen stond. ‘Wij richten ons op een jong en trendy publiek. En: ‘Een t-shirt van 120 euro moet je wel begrijpen’. Tja, dan ben je in één keer de sympathie kwijt van de oude V&D-klanten. Wellicht hadden die een dynamische versie van hun oude warenhuis in hun hart gesloten.
Zodoende was er in het mooie warenhuis meestal meer personeel dan winkelpubliek. Rustig dwaalde ik tussen de ruim opgestelde waren, paste in de enorme paskamers in alle rust kleding en toonde mijn klantkaart aan relaxte verkopers bij wie het overmoedig zelfvertrouwen van het Canadese concern met botox in het gezicht leek te zijn geïnjecteerd. Mij beviel het wel.
Voor de koene Canadese ijsbeer duurde deze poolwinter echter te lang. Een poging om met goedkopere merken meer klanten te lokken, mislukte. De winterslaap duurde voort. Ontwaken zat er niet meer in. De beer was op sterven na dood.
Weer denk ik aan het dierenrijk. Bij een stervend beest verzamelen zich eerst de grote aaseters. Hyena’s sluipen in het rond, gieren cirkelen in de lucht. Daarna volgt het kleinere spul: torren, kevers, maden en vliegen. Schimmels en bacteriën ronden het af. Zonder aaseters is de wereld bezaaid met dode dieren.
Hedgefunds zijn de hyena’s van onze economie. Ze verscheurden V&D. Hedgefund KKR kocht het familiebedrijf op en verkocht meteen de winkelpanden. Het opgestreken geld maakte de aandeelhouders van KKR rijk, maar de hoge huur dreef V&D naar het faillissement. Bij Hudson’s Bay kregen de hyena’s geen kans. De aandeelhouders besloten zelf de winkel te sluiten.
De opheffingsuitverkoop bij Hudson’s Bay begon. Sale 40%. Eindelijk stroomde het pand vol. De meute banjerde door het warenhuis, grabbelde in overvolle bakken en pikte de koopjes eruit. Een man met een oranje-hesjesjas bezweek bijna onder de stapel spijkerbroeken die hij naar de kassa droeg. Een verkoopster vertrouwde me toe dat hoe het er in de paskamers aan toeging: gepaste kleding op de grond, kapotgetrapte tussenwanden, diefstal.
Vandaag was ik er voor het laatst, drie dagen voor de sluiting. Sale 90%. In een zee van leegte resteerde een met rood-wit lint afgezet koopeilandje. Alleen de inventaris van het warenhuis was nog te koop. Kledingrekken, kastjes, poefs, tapijtjes. Zeg maar de botten en de huid. Achter twee vrouwen met hoofddoeken ging ik naar buiten. Ze sjouwden een uitstaltafel met zich mee. Op weg naar huis zag ik een wildbebaarde man. Hij liep naast zijn zwaarbelaste fiets. Aan het stuur hingen twee met oude kleding volgepropte Hudson Bay-tassen.
Zo eindigt het dus: met een leeg gebouw en rondzwervende tassen. De ijsbeer is geveld. Hudson’s Bay, vaarwel.
Overigens is het officieel Hudson’s Bay…
Verstuurd vanaf mijn iPhone
>
LikeLike
Klopt, had het zelf ook al gezien
LikeLike